[genaaid gebrocheerd]
{230x164x12 mm | 335 g. | [1-10] 11-167 [168] p. | ISBN 90-234-5115-5}
* tekst op flappen van 3e druk: 'De Verteller verteld' schreef Harry Mulisch als reactie op de reacties, die zijn roman 'De verteller' te voorschijn riep. / Het eerste deel, 'Commentaar', behelst een even polemische als principiële anti-kritiek. / Het tweede deel, 'Catalogus', bestaat uit een reeks verklarende noten bij de tekst van de roman. De lectuur hiervan doet denken aan een verrassende en leerzame ontdekkingstocht door een lang afgesloten archief. In verborgen uithoeken van deze toelichting geeft Mulisch soms meer van zichzelf prijs dan in de toegankelijker vertrekken van zijn werk. Soms dijen de notities uit tot meesterlijke minireportages zoals van een bezoek aan het Goethe-Haus in Weimar, een bezoek aan de omstreden F. Weinreb in zijn geheime verblijf in het zwitserse bergland, en een verslag van de problematische ervaringen die Mulisch kort na de Bevrijding ten deel vielen. / Het derde deel, 'Curiosa', beschrijft de ontwikkelingsstadia van 'De verteller': het fascinerende verslag van het ontstaan van een roman, waarvan in de nederlandse literatuur geen tweede voorbeeld bestaat (of het moest zijn 'De toekomst van gisteren', Mulisch' andere 'protocol van een schrijverij'; maar de gelijknamige roman bleef ongeschreven). Maar het is meer dan alleen een laboratoriumlogboek. Het bevat ook een aantal hilarische en nogal geheimzinnige herinneringen van de schrijver aan het artistieke leven in Haarlem, waarin Lodewijk van Deyssel en Boutens een rol spelen, H.F. Boot en Kees Verwey, Godfried Bomans en Anton Heyboer. / Het vierde deel, 'Catastrofestuk', wordt gevormd door de novelle 'Tussen sterven en begraven' uit 1953, waaruit 'De verteller' is voortgekomen. In zijn omvangrijke studie 'De furie van het systeem: Over het literaire werk van Harry Mulisch in de jaren vijftig' (1988) kent E.G.H.J. Kuipers dit verhaal een centrale plaats toe in Mulisch' oeuvre. / 'De Verteller verteld' is een unieke, meta-literaire caleidoscoop - bestemd voor gevorderde lezers, die niet alleen geïnteresseerd zijn in het product, maar ook in het proces.
* opdracht: 'Voor Hein Donner'
* collage op voorplat: Sjoerdje Woudenberg
* met foto van de auteur op achterplat
* typografie: Tessa Fagel
* druk: Mouton & Co (Den Haag)
§ goed ex., gesigneerd met zeer vroege opdracht in het Duits aan schrijver en vriend Godfried Bomans (maart 1913-december 1971): Manches Gute aus der alten Zeit sei Ihnen / hiermit in freundliche Erinnerung gebracht. / Die Lumpen werden sich freylich (sic) wieder mal / aufs wütendste gebärden - der törichte Prick / z.B., der mir immer schon verdächtig. / Da lobe ich mir lieber ihren (moet zijn: Ihren) Anstand / und Beifall. / Harry M. / 20-10-1971 // Abschitt (sic) über gemeinsam verbrachte Tage im traulichen / Haarlem: S. 85 u.f. / Abschnitt uber (sic) den verstorbenen Geistesfürsten in / Weimar: S. 55 u.f.. Vertaling: 'Ik hoop dat u zich hiermee veel goeds uit de oude tijd zult herinneren. De onbenullen zullen zich natuurlijk weer enorm aanstellen - die domme Prick bijvoorbeeld, die ik altijd al verdacht vond. Daarom geef ik de voorkeur aan uw hoffelijkheid en instemming. Hoofdstuk over gezamenlijk doorgebrachte dagen in het vertrouwde Haarlem: p. 85 e.v. Hoofdstuk over het gestorven genie in Weimar: p. 55 e.v.' Mulisch en Bomans waren goede vrienden in het Haarlem van de jaren 50 (zo waren ze beiden vooraanstaand lid van Sociëteit Teisterbant). Vanaf p. 85 worden herinneringen aan deze tijd opgehaald. Mulisch refereert naar deze opdracht in zijn artikel 'Hij minder en minder' in Haagse Post (12 januari 1972), een in memoriam Bomans, dat later ook opgenomen is in 'Herinneringen aan Godfried Bomans' onder redactie van Michel van der Plas (mei 1972, p. 135-149) en in Paniek der onschuld (p. 61-82): '...Voor het eerst sinds veertien jaar stond ik weer in dat lijkenhuis. De volgende dag zou hij van deze plek naar het kerkhof gebracht worden, waar ook mijn vader ligt - en al eenmaal eerder had hij precies die weg afgelegd: bij de begrafenis van mijn vader. Juist een paar maanden geleden heb ik het verteld, in een boek dat 'De verteller verteld' heet; ik heb het hem opgestuurd (voorzien van een Duitse opdracht, in de stijl van Eckermann) en hij heeft het nog gelezen...'. Merk op dat de opdracht gedateerd is twee maanden voor de dood van Bomans. Johann Peter Eckermann (1792-1854) was een Duits dichter en vriend/biograaf van Goethe. Bomans was een groot bewonderaar van Goethe en vooral van de gesprekken die Eckermann met hem voerde in Weimar en op schrift stelde in het boek 'Gespräche mit Goethe', dat Bomans iedere zomer las. Dit boek noemt Mulisch op p. 56 van 'De verteller verteld' een van zijn favoriete boeken, vanuit zijn voorliefde voor met name de secundaire literatuur omtrent Goethe. Mulisch en Bomans vormden samen de 'Eckermann Gesellschaft'. De opdracht in dit boek is geen uitzondering: zij waren gewoon elkaar hele brieven in het Duits te schrijven in de stijl van Eckermann. Vanaf p. 55 wordt een bezoek van Mulisch aan het Goethe-Haus in Weimar beschreven.
§ puntgaaf ex.
¶ goed ex.